Lemelerveld van turf naar gas
In onze moderne samenleving van zonenergie en fossiele brandstof is geen verschil tussen meerdere en minder rijkbedeelden te ruiken aan de rook uit de schoorsteen.
Schippers trokken vaak met menskracht hun kleine vaartuigjes vanuit de veengebieden door het kanaal om in de aangrenzende dorpen en gehuchten het bruine goud aan man of vrouw te slijten. Misschien gezegend met een opmerkingsgave de minder gefortuneerden te onderscheiden aan de lucht uit vele schoorstenen dat rook naar turf en hout. Bewoners die hoger op maatschappelijke niveau leefden konden zich permitteren beklemmende antracietrook uit hun schoorsteen te laten ontsnappen. Dan waren er de dorpsbewoners van het 'nouveau riche'
waar nootjes vier gestookt werden, en waar Sinterklaas met zwarte Piet zo lang verbleven vanwege die lekkere rook. Zo werd ons voorgehouden en dat geloofden wij. Maar toch eenvoud en gezelligheid zijn in een dichte mist van de historie opgegaan. Een wandeling op een winteravond door onze dorpsstraat is wel jezelf tegenkomen in eigen wereld.
Maar ook ons dorp stoomt mee in de vaart der volkeren, het gasbedrijf n.v. Gazo komt met een voorlichtingscampagne: Aardgas….. ook voor u; in het jaar 1968.
Veel ouderen vonden dit een duivels bedenksel, zouden wij hier niet eens voor gestraft worden om de schepping geweld aan te doen? Maar toch, na veel overredingskracht ging men accoord, maar een enkeling bleef het fornuis trouw. Vanwege de asbult achter het huis die voor de winter als gladheidbestrijdingsmiddel in ere werd gehouden. De eerste gaskachels en haarden verschenen in onze huiskamers, de elektrische ontsteking vertoonde kinderziekten als met een geweldige plof de warmtebron zijn medewerking wilde tonen. Maar geen heerlijk snorren van de kolenkachel bij winterdag die bij hevige kou ook's nachts wel aanbleef, niet meer zingen onder de schoorsteen Zie ginds komt de stoomboot. Voor velen een zegen deze voorziening, maar anderen voorzagen de ondergang van hun bedrijf zoals toen de vele brandstofhandelaren, petroleumventers en turfschippers die hun scheepje trokken als de wind het liet afweten in het zeil. Velen zochten hun heil in nabije industrie of al wat er maar voorhanden was want brood op de plank moest er zijn, als de schoorsteen maar bleef roken. Bittere armoe werd geleden rond de dertiger jaren, gezinnen die op de pof leefden, die bij ziekte de dokter niet durfden vragen. Verschillende artsen wisten bij de rijken iets meer te halen ten behoeve van hun medeburgers. Conclusie: Alles heeft zijn tijd.
Nog zien we schepen geladen met turf getrokken door de schipper over het jaagpad, amper begaanbaar vanwege diepe karresporen die in de herfstperiode gevuld waren met water terwijl zijn vrouw het roer hanteerde. Hoe moest je de kost anders verdienen als de zeilen niet gehesen konden worden bij windstil weer. Scheepsjagers deden hun werk ook niet belangeloos, met hun zuur verdiende centen durfden ze nagenoeg het hoofd boven de turf uit te steken. Men was eigen baas met armoede en grote zorgen, geen hand behoefde er te worden opgehouden of met de pet onder de arm te hopen op je weekloon. Na een ziekteperiode een knieval moeten doen om weer in genade te worden aangenomen. De regerende politieke partijen, stonden zij op het standpunt een “schild” te zijn voor de zwakkeren? Néé toch… Verschil moet er zijn.
In een latere periode zagen we de turfschepen verschijnen met een duwbootje, of met een dieselmotor op het dek en een schroefas langszij. Maar heel veel scheepjes geladen met turf zouden de rollepalen passeren richting de Kerkenhoek al of niet getrokken door de scheepsjagers. Bedrijven maakten hun bezwaar kenbaar vanwege hun contracten afgesloten met leveranciers voor gas en olie. Burgerij bezwaren bestonden uit het laten ombouwen van BUTA gastoestellen, de opslag van nog grote voorraden turf, eierkolen, antraciet, briketten enz. Wie zal dat betalen? En de nog zo goed als nieuwe kachel, wat te denken van die prachtige haard, waardeloos! Tevens de status van bepaalde mensen vanwege het buitennissig vertoon van hun verwarming, zomaar naar de knoppen.
Gemeentebesturen van Ommen, Dalfsen en Raalte evenals ons Plaatselijk Belang praatten zich de naad uit de broek om de onderhorigen op andere gedachten te brengen. Maar helaas…. Na eindeloos overleg werd ons dorp in 1969 aangesloten op het aardgasnet, brandstofhandelaren sloten hun deuren en verdwenen uit het straatbeeld. Met deze modernisering op het gebied van verwarming verdwenen ook de turfschippers aan wie de neringdoenden langs het kanaal in materiele zin veel verschuldigd zijn. In de buitengebieden ontstond een levendige handel in tweedehands haarden en kachels die in huiskamers hun gezelligheid uitstraalden. Ze werden van de hand gedaan, ingeruild voor moderne luxe, tot zeer moderne exemplaren gestookt op fossiele brandstof. Want ja; verschil zal en moet er blijven, ook de oliestookverwarming verdween als handelswaar naar onbekende bestemmingen met bijbehorende olievaten van allerlei grote en omvang. Ook het kunstlicht verscheen in vele variaties in knusse huiskamers, als namaakkaarsen in de kerstboom, jawel in mensen een welbehagen.
Aan die tijd terug denkend is het amper voor te stellen dat dit in een halve eeuw aan ons voorbij gegaan is. Niet alleen in ons dorp heeft deze verandering een totale ommekeer teweeg gebracht. Geen turf stapelen in de schuur die ons door schippers aan huis werd gebracht, zachte en harde apart, een voorraad voor (misschien) een lange winter.Briketten kregen een plaats als steun voor de turf, niet ontbrak het aanmaak hout, gedroogde stobben gehaald rond het Heidepark of gekocht uit de bossen in Vilsteren dat in grote voorraden bij café Reimink lag opgeslagen. Boven deze winteropslag als een feestversiering aan lange draden opgehangen, tabaksbladeren tevens voedselvoorraad uit de tuin zoals witte kool, witte en bruine bonen en wat niet al.
Een passend gedicht van de bekende Rick Zuidervelt.
Dit was December:
Warme chocolade die als een bruine snor mijn wangen kleurde.
De kachel aan, de kamer geurde naar kaarsvet, boerenkool en gloria.
Het huis verdween de nestgeur blijft bestaan, de tijd heeft ons zijn mantel omgedaan.
i.o. Historische Werkgroep Lemelerveld
H. Huisman
Auteur: | H. Huisman |
Trefwoorden: | Turf, Aardgas |
Locatie: | Lemelerveld |
Thema's: | Huiselijk leven in Overijssel |